Jaarrapport 2020
 
Wanneer geweld, desinformatie en inmenging viraal gaan
2020 zal voor iedereen een bijzonder jaar blijven, ook voor de inlichtingendiensten. De gezondheidscrisis stelde ons voor een uitdaging: onze opdrachten blijven vervullen, ondanks de ingrijpende veranderingen in de samenleving (organisatie van het werk, virtuele meetings ... met alle veiligheidsvoorzorgen van dien). Maar ze zorgde vooral voor een nieuw gegeven: de lockdown heeft ook de bewegingsvrijheid van extremisten van allerlei slag beperkt. Gevolg? Ze hebben hun toevlucht genomen tot het internet om hun ideeën te verspreiden.
Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: "Uit dit jaarverslag blijkt opnieuw dat we waakzaam moeten zijn voor verschillende dreigingen. Onze veiligheidsdiensten zijn dag en nacht in de weer om gevaarlijke extremisten van allerlei strekkingen in de gaten te houden. We zien dat ze daarbij ook de impact van corona gemerkt hebben in 2020. Zo werden er vorig jaar maar in 1.038 dossiers bijzondere inlichtingenmethodes toegepast. De lockdown zorgde ervoor dat targets minder mobiel werden, waardoor er minder schaduwingen, observaties en andere acties op het terrein nodig waren. Het aantal opvragingen van data van telecommunicatie, is dan weer gelijk gebleven. Toch zorgde corona ook voor extra werk. Het aantal veiligheidsonderzoeken steeg immers met 11%. Dit is deels te wijten aan radicalisering door desinformatie rond de covidpandemie die we zien in extremistische kringen. De VSSE heeft duidelijk de handen vol om ons te beschermen. Vandaar dat we voor een personeelsuitbreiding zorgen van 583 medewerkers naar 1.000 tegen het einde van de legislatuur."
Toegenomen dreiging
De dreiging is niet weg, ze is juist toegenomen. En dat op een moment waarop het gebruik van internet en sociale media als bron van nieuws een exponentiële groei kende.
Via de sociale media ontsponnen zich tal van complottheorieën rond COVID-19. Ook al was de voedingsbodem reeds aanwezig, de pandemie leverde het perfecte alibi om bevolkingsgroepen nog verder tegen elkaar op te zetten. Een van de grootste dreigingen van 2020 was daarmee misschien wel de groeiende polarisering in de samenleving.
Internationaal en ook nationaal wordt geweld – in besloten kringen – meer en meer aanzien als legitiem middel om zich te verzetten tegen de ‘instroom van vluchtelingen’ of de ‘islamisering’ van onze maatschappij. Wanneer de woede zich keert tegen de autoriteiten of de politiek in het algemeen, zijn het dan weer de problemen van ‘omvolking’ en – opnieuw – ‘islamisering’ die de gemoederen verhitten. Nieuw is dat sinds de herfst van 2019 en meermaals in 2020 uiteenlopende extreemrechtse groepen de krachten bundelden om samen te demonstreren (met name tegen de coronamaatregelen), wat helemaal niet binnen de extreemrechtse traditie past.
De politiek in het vizier van extremisten
In 2020 werd ook in extreemlinkse kringen opnieuw meer opgeroepen tot geweld. Het verzet tegen ‘de staat’ is het grootst bij de insurrectionele anarchisten die aan de hand van vernielingen of brandstichtingen proberen om de samenleving lam te leggen en bij een amalgaam aan andere anarchistische groepen die zich vooral laten opmerken tijdens manifestaties waar ze bewust de confrontatie aangaan met de ordediensten of met tegenbetogers, of waarbij ze zelfs vernielingen aanbrengen.
Kortom, we merken op dat de overheid en de politiek steeds uitdrukkelijker in beeld komen als legitieme doelwitten voor zowel extreemrechts als extreemlinks. Zo ontstaat een explosieve cocktail waarin ook geweld steeds meer getolereerd en ‘gelegitimeerd’ wordt.
De polarisering en de onvrede in ons land zijn ondertussen van dien aard dat we niet meer kunnen spreken van een tijdelijk fenomeen. In 2021 zullen extremisten van alle slag hun woede blijven ventileren, zowel online als in het openbaar, daarbij niet zelden aangewakkerd door desinformatiecampagne door binnen- en buitenlandse actoren.
De wereldwijde gezondheidscrisis werkte immers als katalysator voor een dreiging die ons al enige tijd zorgen baarde: desinformatie. De Veiligheid van de Staat speelt een rol in de strijd tegen desinformatie, voornamelijk wanneer ze als middel wordt gebruikt in een ruimere dreiging van inmenging of extremisme (zowel links als rechts). De VSSE focust zich in de eerste plaats op sensibilisering (van de autoriteiten en het brede publiek) en heeft overigens al in de eerste maanden van de pandemie de brochure ‘Het verborgen gevaar achter COVID-19’ gepubliceerd.
De terreurdreiging blijft bestaan
In 2020 werd onze dienst ook uitgenodigd door de Commissie voor de bestrijding van gewelddadige radicalisering van het Vlaamse Parlement om – samen met onze collega’s van het OCAD – onze visie rond deze dreiging uiteen te zetten. Die gaat, naar onze mening, nog steeds uit van het islamitisch terrorisme (in een herstructureringsfase) en het ideologisch en confessioneel extremisme. Meerdere factoren die de radicalisering in de hand hebben gewerkt, zijn nog steeds aanwezig. De zogenaamde Islamitische Staat blijft op meerdere continenten structureel aanwezig, het gedachtegoed van de groepering circuleert (met name via het web) en inspireert sommigen in Afrika, het Midden-Oosten, Azië, de Kaukasus en het Westen. Ook Al Qaeda blijft actief op meerdere continenten.
In eigen land worden we geconfronteerd met:
- de uitdaging om een aanzienlijk aantal terrorismeveroordeelden die het einde van hun straf bereiken, opnieuw te integreren in de samenleving,
- de aanpak van de terugkeer van FTF’ers,
- de instroom van vluchtelingen uit Syrië en Irak. Hoewel de meesten van hen geen bedreiging voor het land vormen, heeft de VSSE vastgesteld dat enkelen van hen in hun thuisland terroristische aanslagen hebben gepleegd. 
 
Exogene en endogene dreiging
Tot slot kregen in 2020 ook exogeen extremisme (in het bijzonder de activiteiten van de PKK in België) en inmenging (met name bij Noord-Kaukasiërs) al onze aandacht. De PKK gebruikt het Belgisch grondgebied voornamelijk voor betogingen of solidariteitsacties in verband met het Koerdische conflict, om nieuwe aanhangers te rekruteren, als uitwijkbasis voor gewonde militanten en voor logistieke en financiële ondersteuning van de organisatie. De belangrijkste dreiging van de PKK in ons land is extremisme, meer bepaald omdat ze op elk moment een massa aanhangers kan mobiliseren. Dat kan leiden tot verstoring van de openbare orde en spanningen met de Turkse gemeenschap, en kan zelfs uitmonden in geweld. Maar het potentieel van de PKK voor inmenging mag niet worden onderschat. Brussel, dat verschillende internationale instellingen huisvest, vormt een belangrijke politieke arena voor de PKK die haar invloed probeert uit te breiden.
Daarnaast stellen we vast dat de Noord-Kaukasische diaspora (ongeveer 20.000 vluchtelingen, voornamelijk uit Tsjetsjenië) sinds enkele jaren steeds religieuzer wordt. Parallel ontstaan er bepaalde extremistische stromingen en een fascinatie voor Syrië (10 à 15% van de FTF'ers die vanuit België vertrokken zijn, komen uit de Noord-Kaukasische diaspora). Dat alles vormde een inspiratiebron voor aanslagen in Europa (bv. op Samuel Paty in Frankrijk). Ook werden verschillende critici van het Tsjetsjeense regime in Europa vermoord, ook in België, op 30 januari 2020. Dat wakkerde de vrees aan dat Tsjetsjenië de controle over zijn onderdanen in Europa wilde herwinnen door angst te zaaien.
Een onontbeerlijke evolutie van de wetgeving
Het jaarverslag benadrukt ook hoe belangrijk het is om de wetgeving te doen evolueren om de VSSE in staat stellen doelwitten doeltreffender op te sporen. Dit moet het meer bepaald mogelijk maken om strafbare feiten te plegen onder strenge voorwaarden en mits strenge controle, zoals voor de BIM-methoden.
“Het is belangrijk dat onze virtuele agenten bijvoorbeeld bepaalde inbreuken kunnen plegen op de wetten tegen racisme en het oproepen tot haat wanneer ze op de sociale media omgaan met doelwitten, want momenteel mogen ze zich enkel als toeschouwers gedragen en worden ze meteen opgespoord,” verduidelijkt Jaak RAES, Administrateur-generaal.
Om dezelfde redenen is een versterking van het wettelijk kader ook wenselijk om de menselijke bronnen (die dus geen leden van de VSSE zijn) te beschermen, bijvoorbeeld wanneer ze een rekruteringsnetwerk van terroristen infiltreren.
De Veiligheid van de Staat is verheugd dat hierover een wetgevend initiatief werd gelanceerd.
En een structurele evolutie
Een goede samenwerking tussen de verschillende diensten op zowel lokaal als nationaal niveau blijft primordiaal. In 2020 werd deze samenwerking nog verder verdiept. De VSSE moet proactief handelen en zich samen met onder andere ADIV, OCAD, de Geïntegreerde Politie ... zo goed mogelijk integreren in een (h)echte Belgische inlichtingen- en veiligheidsgemeenschap. Onze dienst moet als drijvende kracht optreden en partnerschappen smeden, die het mogelijk maken om doeltreffender op dreigingen in te spelen.
Het is in deze logica dat de eerste mijlpalen werden behaald van onze ambitieuze projecten voor de toekomst (eengemaakt statuut, organisatie van het werk, ICT-infrastructuur, herziene opleidingen enz.). Dankzij deze projecten, die in 2021 en ook nog daarna zullen doorlopen, zal de Veiligheid van de Staat haar huidige en toekomstige opdrachten sneller en doeltreffender kunnen uitvoeren en erkend worden voor haar unieke expertise.