Nationale partners

De Veiligheid van de Staat (de VSSE) ontwikkelt haar activiteiten niet in een vacuüm, maar werkt met een hele reeks van partners samen om de veiligheid van België en haar burgers te verzekeren. Dit is essentieel: elke betrokken partner kan informatie aanbrengen die belangrijk is in het kader van een bepaalde dreiging (terrorisme, spionage, …).

De VSSE werkt zowel samen met partners op het nationale als op het internationale niveau.

Belangrijkste partners

De belangrijkste en meest voor de hand liggende partners zijn:

  • de militaire inlichtingendienst, Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV);
  • de geïntegreerde politie;
  • de gerechtelijke overheden;
  • het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse (het OCAD);
  • de Algemene Directie Crisiscentrum (ADCC);
  • de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.

Andere minder voor de hand liggende partners maar waarmee intensief wordt samengewerkt, zijn onder meer:

  • de Dienst Vreemdelingenzaken (de DVZ);
  • Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen (DG EPI).

De VSSE werkt zowel bilateraal samen met haar partners als op multilaterale basis.

Bilateraal

Bilaterale samenwerkingen kunnen tijdelijk zijn in het kader van een specifiek dossier, maar ze kunnen ook bestaan op de langere termijn. In dat geval krijgen ze een meer structureel karakter. Zo heeft de VSSE verbindingsofficieren bij de federale politie, bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) of bij de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken. Hun taak is te zorgen voor een permanente informatie-uitwisseling.

Naast de verbindingsofficieren telt de VSSE ook persoonlijke contactpersonen. Zij kunnen rechtstreeks worden aangesproken door de partnerorganisaties, wat de onderlinge relatie sterk faciliteert. Er bestaan bij de VSSE onder meer contactpersonen voor het Centrum voor Financiële Informatieverwerking (het CFI) en voor het Federaal Parket.

In bepaalde gevallen werden ook protocollen afgesloten, die de samenwerking regelen, zoals bijvoorbeeld met het gevangeniswezen (DG EPI) of met de Belgische Passagiers Informatie Eenheid (BELPIE – het centrum dat reisbewegingen van, via en naar België opvolgt). Medewerkers van de VSSE zijn officieel gedetacheerd bij BELPIE. Ook voor de NAVO en het OCAD zijn medewerkers van de VSSE gedetacheerd. De detachering bij het OCAD kadert in de wettelijke verplichting rond extremisme en terrorisme.

Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid

De Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, de militaire inlichtingendienst is de enige andere inlichtingendienst van België. De onderlinge relatie van de VSSE met deze dienst was in het verleden bepaald onder de vorm van protocollen.

In oktober 2018 werd het allereerste Nationaal Strategisch Inlichtingenplan (NSIP) bekrachtigd door de Nationale Veiligheidsraad (NVR). Dit ambitieuze plan legt voor het eerst de onderlinge taakverdeling en competenties van beide diensten duidelijk vast. Het doel is dat de ADIV en de VSSE ook verder op zoek gaan naar nieuwe synergiën wat betreft informatie verzamelen, (inter)nationale relaties, logistiek, personeel, … en zo meer.

Het NSIP gaat dan ook veel verder dan de vroegere protocollen. Het vormt de concrete leidraad voor de toekomstige samenwerking tussen de ADIV en de VSSE.

Multilateraal

Naast de bilaterale samenwerking van de VSSE met haar partners is ook de multilaterale samenwerking belangrijk in de veiligheidsketen. De VSSE is onder meer betrokken bij twee belangrijke platformen:

Coördinatiecomité voor Inlichting en Veiligheid (CCIV)

In het Coördinatiecomité voor Inlichting en Veiligheid (CCIV), werkt de VSSE samen met de ADIV, het OCAD, de Federale Politie, het Crisiscentrum, de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken en het College van Procureurs-Generaal voorstellen uit in het kader van het Belgische veiligheidsbeleid ten behoeve van de Nationale Veiligheidsraad (NVR). Anderzijds voeren de partners van het CCIV ook samen de beslissingen uit van de NVR.

Diensten als Douane en Accijnzen, het Centrum voor Cybersecurity België (het CCB), de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI), het Directoraat-Generaal Luchtvaart en het Directoraat-Generaal Maritiem Vervoer kunnen eveneens betrokken worden bij de werking het CCIV.

Actieplan Radicalisme (Plan R)

Het Actieplan Radicalisme (Plan R) kwam tot stand na 9/11. Een hele reeks Belgische partners werken er samen rond dreigingen als radicalisering, extremisme en terrorisme. Belangrijke platformen binnen het Plan R zijn de Lokale Task Forces (de LTF’s) die op lokaal vlak de partners samenbrengen om te werken rond deze problematiek. Het gaat om de lokale en de federale politie, de parketten, de ADIV, het OCAD, de Dienst Vreemdelingenzaken en de VSSE. Binnen de LTF's wordt intensief samengewerkt rond concrete dossiers zoals bijvoorbeeld foreign terrorist fighters.

Belangrijk is dat in het kader van het Plan R ook de link wordt gelegd naar partners buiten de veiligheidsketen bij de gemeenschappen en de gewesten. De aanpak van radicalisering en extremisme vereist namelijk niet alleen een veiligheids-, maar ook een preventieve aanpak. Het Plan R biedt aan de VSSE en de andere veiligheidspartners een platform om ook op deze gewestelijke bevoegdheid toch samen te werken.