De evolutie van spionage
Velen zijn ervan overtuigd dat internationale spionage in ons land te herleiden is tot een fenomeen uit de Koude Oorlog. Als zetel van tal van internationale instellingen is Brussel echter méér dan ooit een ‘schaakbord’ voor spionnen geworden. Diplomaten, lobbyisten, journalisten, maar ook werknemers van buitenlandse privé- of overheidsbedrijven fungeren vaak als dekmantel om inlichtingen in te winnen. Het aantal spionnen in ons land is dan ook minstens even groot als tijdens de Koude Oorlog.
De spionagemethodes zijn dezelfde gebleven, maar de inzet is veranderd en veel omvangrijker geworden. Door de toenemende, wereldwijde concurrentie wordt spionage door almaar meer landen ingezet om gevoelige en geprivilegieerde informatie van strategisch belang in te zamelen. De komst van nieuwe technologieën zorgt er bovendien voor, dat het risico op spionage enorm is toegenomen.
De gevolgen zijn niet min, want spionageactiviteiten kunnen de maatschappij veel schade berokkenen. Ze kunnen de militaire slagkracht en/of de democratische beslissingsprocessen van een land aantasten. Op economisch vlak kunnen ze leiden tot een verlies aan marktaandeel voor de betrokken bedrijven alsook voor banenverlies. Spionage kan ook de integriteit en de veiligheid van kritieke infrastructuren of strategische sectoren in gevaar brengen.